KRAAK het systeem
Samenhang voor thematisch werken en onderzoekend leren
maakte jarenlang tijdschriften en (nieuws)websites voor kinderen. Nu werkt ze onder andere als freelanceredacteur bij Kleuter-en Junioruniversiteit.
Foto's: Bart van den Bosch.
Je landt met een ruimteschip op een onbewoonde planeet. En nu? Hoe kom je aan eten? Hoe bouw je een huis? Welke regels spreek je af? Dit zijn de vragen die de kinderen stellen als ze met een narratief van Kraak onderwijs aan de slag gaan. Kraak daagt kinderen uit nieuwsgierig te zijn en laat ze de vragen beantwoorden die een verhaal bij ze oproept. Hoe werkt Kraak precies? Junioruniversiteit-redacteur Lotte Keizer sprak Kraak-oprichters Bart van den Bosch en Tischa Kerver.
Het nieuwe schooljaar is begonnen. Alle leerlingen zijn in de centrale hal. Een van de leerkrachten stapt het podium op. Hij vertelt dat hij museumdirecteur is geworden, hij weet alleen nog niet precies hoe dat werkt. Het lijkt hem een goed plan om van het museum een paperclipmuseum te maken. Maar daar zijn de andere leerkrachten (ook in verschillende rollen) het niet mee eens. Zij stellen voor dat het museum een kunstmuseum wordt. Dat is de start van een verhaal, waarvan nog niemand weet waar het precies heen gaat.
Geen kritische burgers afgeleverd
Toen Bart van den Bosch, nu leerkracht van groep 7-8 op de Bavo Jenaplanschool in Haarlem, aan het begin van deze eeuw als leerkracht op een school in Amsterdam startte, viel hem iets op: het gros van de kinderen van deze school stroomde uit op havo/vwo-niveau, maar erg geïnspireerd waren de leerlingen in de afgelopen acht jaar op de basisschool niet geraakt. Bart: ‘In eindeloos veel schoolgidsen staat dat scholen kritische burgers willen afleveren. Maar dat kan helemaal niet als leerkracht en leerlingen geen eigenaarschap ervaren. Kinderen komen van de basisschool af met soms de prachtigste Cito-scores, maar missen vaak essentiële vaardigheden en een brede algemene ontwikkeling. Ze kunnen rekenen en lezen, maar hebben onvoldoende geleerd samen te werken of te reflecteren en ze hebben moeite met initiatief en verantwoordelijkheid nemen. Ze krijgen het daardoor heel lastig op de middelbare school of tijdens hun studie daarna. Daar moeten ze opeens zelf kunnen plannen en verantwoordelijkheid nemen.’
Er is wel ruimte voor eigen invulling
Bart wilde zijn leerlingen meer bieden, maar binnen de kaders van het huidige onderwijs leek dat een uitdaging. Toch bleek het helemaal niet zo ingewikkeld te zijn om je eigen invulling aan het onderwijs te geven. Bart: ‘Tijdens een studiedag in 2008 was ik bij een presentatie waarin werd verteld wat de onderwijsinspectie nou eigenlijk van jou als leerkracht verwacht. Er bleek heel veel ruimte te zijn om je eigen invulling aan het onderwijs te geven. Daarom besloten mijn collega Michiel en ik het anders te gaan doen. We bedachten Het Beschavingsspel. Het was een reactie op en uitbreiding van thematisch werken. Dit groeide uit tot een manier van onderwijs geven, waarbij je vanuit een narratief werkt.’
Kinderen als personeel
Een narratief is een verhaal. Binnen Kraak is dit verhaal open: het plot en de afloop zijn nog onbekend. Zie het als het openingshoofdstuk van een boek. Bart: ‘Dit jaar werken wij op school met het narratief ‘Red het museum!’. Van tevoren heb ik een beloningssysteem bedacht dat aan het narratief vastzit. De kinderen werken in de bovenbouw het hele jaar samen in dezelfde groepjes. Elk groepje heeft een eigen museum en elk kind is een personeelslid van het museum. Voor alles wat de kinderen gedurende het jaar doen, wordt hun museum beloond in de vorm van bezoekers. Bezoekers leveren geld op. Met dat geld kunnen op veilingen stukken worden aangeschaft, vleugels worden aangebouwd en museumshops of cafés worden uitgebaat. Het doel? Het succesvolste museum van de klas runnen!’
Solliciteren
Maar Kraak draait niet om competitie. Dit element is slechts een middel om een verhaal te creëren en de leerlingen te motiveren met dat verhaal aan de slag te gaan. Tijdens Kraak leren leerlingen met een doel. Bart: ‘Continu haken de kinderen en ik in op wat er speelt. Zo raakten in onze klas verschillende musea in de rode cijfers. Ik stelde voor om subsidie aan te vragen. De kinderen moesten allemaal een subsidieaanvraag opstellen. De kinderen met de rol van boekhouder moesten alle aanvragen lezen en het subsidiebedrag verdelen. De beste aanvraag kreeg het hoogste bedrag. Een andere keer kwam een groepje met een personeelslid minder te zitten, omdat er een klasgenoot was verhuisd. Het was al een klein groepje, dus werd er een sollicitatieprocedure opgestart. Alle leerlingen in de klas schreven een sollicitatiebrief. De beste sollicitant werd aangenomen en daarbij kreeg het groepje extra bezoekers. Een ‘gewone taalopdracht’ wordt zo binnen Kraak opeens heel betekenisvol.’
Niet kant-en-klaar
Ga je met Kraak aan de slag? Dan hoef je geen kant-en-klaar voorgeschreven plan te verwachten. Bart: ‘Bij Kraak gaat het juist om eigenaarschap van de klas, leerkracht en school. Door iets kant-en-klaar aan te bieden, ontnemen we een klas dat eigenaarschap. Daardoor worden de leerkracht en leerlingen opnieuw uitvoerders. En dan zijn we weer terug bij een methode.’ Tischa Kerver is leerkracht en intern begeleider en begeleidt scholen tijdens het werken met Kraak. Tischa: ‘Voor de invulling van een narratief geven we scholen kapstokken, zoals lichte leerlijnen, waarin we aangeven welke thema’s voorbij zouden kunnen komen binnen een narratief. Ook laten we weten wat een logische volgorde zou kunnen zijn, welke onderzoeksvragen er gesteld kunnen worden en welke aanpak er kan zijn. Maar we blijven benadrukken: de invulling komt vanuit de leerkracht en de leerlingen.’
Voelsprieten ontwikkelen
Toch gaat wie met Kraak werkt echt niet zomaar uit het niets aan de slag. ‘Voordat je een nieuwe periode hebt, is het belangrijk dat je die voorbereidt’, zegt Bart. ‘Er is wel een bepaalde structuur: er zijn verwondersessies, kennislessen, onderzoeksvragen, experimenten, verdiepingslessen, kinderen die iets presenteren en evaluaties. Je bereidt die allemaal voor, met ruimte voor inbreng van de kinderen. Als jij je al hebt verdiept in het onderwerp en je voelsprieten uit hebt staan, dan kun je deze inbreng veel makkelijker integreren.’
Zelf willen leren
Volgens Bart gaat Kraak verder waar een methode ophoudt. ‘De leerlingen leren met feedback omgaan en feedback geven. Bovendien gaat het samenwerken echt ergens over. Dat komt omdat ze met z’n allen iets moeten leveren en in een verhaal zitten waar ze zelf sturing aan geven. Kinderen bedenken hun eigen onderzoeksvragen, presenteren die en voeren zelf uit. De verdieping vindt automatisch plaats. Wij, leerkrachten, hoeven er alleen voor te zorgen dat we soms met suggesties, ideeën, verdieping en kennisoverdracht komen, waarmee de leerlingen hun hersenen kunnen laten kraken.’ Ook Tischa ziet de positieve invloed van werken met Kraak op de leerlingen: ‘Als leerlingen van uitvoerder naar eigenaar gaan, komt er veel energie vrij. Ze hebben zelf het idee dat ze ermee aan de slag kunnen. We zien dat kinderen er zelfs thuis mee bezig zijn. Het komt helemaal uit henzelf!’
Meer informatie vind je op www.kraakonderwijs.nl.
Verschillende narratieven
Kraak heeft meerdere narratieven, waar je als school mee aan de slag kunt. Bijvoorbeeld Moeder Aarde die hulp nodig heeft van de leerlingen, het Europees Landenspel waarbij buitenaardse wezens Europa komen verkennen of De Krant waarbij ieder groepje een provinciale krantenredactie moet runnen. In de onderbouw is het narratief ‘De familie Maes’ en staat een gezin centraal dat allerlei avonturen beleeft. Of de leerlingen helpen in het narratief ‘De Buurt’ de burgemeester om de buurt kindvriendelijker te maken. Elk jaar worden er weer nieuwe narratieven aan de lijst toegevoegd.