Van ruimteschip tot maansimulator
Geef je school de ruimte
Sander Koenen is journalist, schrijver en al zijn hele leven mateloos gefascineerd door de ruimte en ruimtevaart. Hij schreef er verschillende (jeugd)boeken over, ontwikkelde lesmateriaal en stond in het theater met de familieshow Space Academy live.
Wist je dat er meer sterren zijn dan zandkorrels van alle stranden op aarde bij elkaar? En dat jij, ik en wij allemaal gemaakt zijn van gerecycled sterrenstof? Welkom in de fascinerende wereld van de ruimte. Het beste onderwerp voor een project op school!
De ruimte. Dat klinkt best ver weg, maar eigenlijk is het heel dichtbij. Ga ’s avonds maar eens naar buiten, als het donker is. Zoek een plekje zonder straatlantaarns of huiskamerlicht en kijk omhoog. Voilà, je bent er al: in de ruimte!
Misschien heb je er nooit zo bij stilgestaan, maar ook jij bent een astronaut. Net als de kinderen van jouw groep en je collega’s. Wij zijn allemaal astronauten aan boord van een ruimteschip dat de aarde heet. Samen scheren we door de ruimte. Hoe hard denk je dat we gaan? Hou je vast… dertig kilometer per seconde!
Ons ruimteschip draait vaste rondjes om de zon, maar in de klas kun je met de ruimte alle kanten op. Knutselen, rekenen, tekenen, onderzoeken en ontwerpen. Geef kinderen de ruimte en ze gaan helemaal los. Klaar voor de lancering van het thema heelal? Daar gaan we: 3… 2… 1… lift-off!
Tip 1: Maak van je klas een ruimteschip
Plak de ramen af met aluminiumfolie. Zet de tafels aan de kant en de stoelen dicht bij elkaar, want een ruimteschip is namelijk niet zo ruim. Hang mooie posters op en maak een zwevende-boeken-bibliotheek. Op het digibord zet je de webcam aan die vanuit het internationale ruimtestation ISS naar de aarde kijkt (zie bijvoorbeeld de website van NASA). Nu zijn jullie écht in de ruimte!
Tip 2: Stoelendans in space
Zet een spacey muziekje op. Als de muziek start, zweeft iedereen van z’n stoel af. In de ruimte moet je langzaam bewegen, anders bots je overal tegenaan. Kunnen de kinderen bewegen alsof ze in de ruimte zijn? En wat gebeurt er als iemand tegen een collega-astronaut aan zweeft? Als de muziek stopt, keer je terug naar de aarde. Zorg dat je zit voordat de zwaartekracht je naar beneden trekt!
Wat doe je als je in de ruimte naar de wc moet? Bekijk op YouTube Hoe werkt een ruimte-wc van Ruimteschipaarde.
Tip 3: Knutsel je eigen maansimulator
Soms zie je een sikkel en soms is-ie vol. En dan ineens is hij helemaal van de hemel verdwenen. De maan ziet er elke avond anders uit. Hoe dat komt, ontdek je met een zelfgebouwde maansimulator. Prik een gaatje in een pingpongbal en haak daar het uiteinde van een stuk ijzerdraad in. Maak de andere kant (ca. 30-50 cm) vast aan een petje. Zet het petje op, zodat de pingpongbal precies voor je ogen bungelt. Maak het nu helemaal donker in de klas en schijn met de zaklamp vanuit verschillende hoeken op de pingpongbal. Zie je de schaduw op de pingpongbal veranderen? De maan (pingpongbal) draait rond de aarde (je hoofd) en weerkaatst het licht van de zon (de zaklamp). Zo ontstaan de fasen van de maan!
Tip 4: Supermemory van de planeten
Verdeel de klas in groepjes van drie of vier kinderen. Elk groepje krijgt een eigen planeet toegewezen (Mercurius, Venus, aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus). De kinderen zoeken op het internet informatie bij de volgende vragen:
- Hoe ziet jullie planeet eruit?
- Wat is er bijzonder aan jullie planeet?
Geef de kinderen lege, witte kaartjes van hetzelfde formaat. Elk team maakt drie kaartjes:
- De naam van de planeet in mooie, kleurrijke letters.
- Een tekening van de planeet.
- Een verhaaltje over waarom de planeet zo bijzonder is.
Zijn alle kaartjes klaar? Hussel ze goed door elkaar en leg ze met de achterkant naar boven op de grond. Speel nu supermemory: draai steeds drie kaartjes om en weer terug. Horen de drie kaartjes bij één planeet? Dan mag je ze pakken. Wie de meeste planeten vindt, die wint!
Ook leuk: laat de kinderen hun eigen ezelsbruggetje maken om de volgorde van de planeten te onthouden. Begin met de eerste letter van elke planeet.
M… V… A… M… J… S… U… N…
Of met de eerste twee letters!
Me… Ve… Aa… Ma… Ju… Sa… Ur… Ne…
Bijvoorbeeld:
Mijn Verre Achterneef Mag Jou Soms Uren Negeren
Met Veel Aardbeien Maakt Juf Sanne Urenlang Nepwijn
Tip 5: Ontwerp je eigen satelliet
Elke dag heb jij te maken met ruimtevaart. Als je navigeert in de auto, doe je dat met navigatiesatellieten. Kijk je live naar een sportwedstrijd? Dat gaat via communicatiesatellieten. En als je het weerbericht opzoekt… Juist, aardobservatiesatellieten.
Stap 1
Laat de kinderen onderzoeken welke soorten satellieten er zijn en wat je ermee kunt (ontdekken) op aarde.
Stap 2
De kinderen onderzoeken van welke onderdelen een satelliet is gemaakt. Denk bijvoorbeeld aan zonnepanelen voor de energie, een antenne om te communiceren en een camera om foto’s te maken.
Stap 3
Verzin een uitdaging op aarde die hoognodig opgelost moet worden. Denk bijvoorbeeld aan:
- Bescherm bedreigde dieren op het land en in de zee.
- Geef iedereen toegang tot een dokter, óók in de jungle en in de woestijn.
- Bescherm het leefgebied van de orang-oetan, zorg dat de boskap stopt.
- ………. (zelf invullen)
Stap 4
De kinderen ontwerpen in groepjes hun eigen satelliet. Ze maken een bouwtekening of een schaalmodel en benoemen de onderdelen waar de satelliet uit bestaat. Elk groepje presenteert zijn eigen satelliet: hoe helpt hun satelliet om de uitdaging op te lossen?